Daar moet ik even over nadenken!
Daar moet ik even over nadenken! (26-05-2012)
We zitten met z’n allen aan tafel. Het warm eten is zonder noemenswaardige problemen verlopen en we gaan aan het toetje beginnen; vla, yoghurt en zelfgemaakte bramensap van bramen uit eigen tuin! ’Ruben wil jij ook een toetje?’ Ruben kijkt mij met een ondeugende blik aan en zegt: ‘Hmm, daar moet ik even over nadenken.’ Ik kijk hem met grote ogen aan om deze zeer verrassende opmerking en begin vreselijk hard te lachen. Vervolgens moet ook Jaap lachen om dit eigenwijze antwoord. En omdat wij zo vreselijk moeten lachen, moet Ruben zelf ook lachen. Hij weet echter niet waarom wij zo lachen en dat maakt het allemaal nog komischer. Dat lachen aanstekelijk is blijkt ook nu weer, want Jacco moet ook lachen, ook al snapt hij er hélemaal niets van!
Maar eigenlijk is het antwoord van Ruben zo gek nog niet, ook al klinkt het wel heel erg komisch uit een mond van een driejarig ventje op de vraag of hij wel of geen toetje wil hebben.
Ik ben zelf al een tijdje aan het oefenen om op bepaalde vragen niet meteen enthousiast: ‘Ja, dat is goed, dat doe ik wel.’ te antwoorden. Ik wil geen dingen meer beloven of toezeggen waar ik later spijt van krijg of die stress en ruzie veroorzaken binnen ons gezin.
Zo werd ik laatst gebeld door de iemand van het Nationaal Epilepsie Fonds met de vraag of ik wilde collecteren in onze wijk. Ze hadden namelijk dringend collectanten nodig. Mijn eerste gedachte was: ‘Natuurlijk doe ik dat! Jacco heeft epilepsie en ik zet mij daar natuurlijk graag voor in!’ Toen kwam mijn verstand in opspraak met allerlei bezwaren: ‘Zou je dat wel doen, zoiets komt altijd ongelegen. Het tijdstip dat de meeste mensen thuis zijn is onder etenstijd en dat is nu juist spitsuur binnen ons gezin.’ Tijdens dit telefoon gesprek vond er dus een enorme strijd plaats tussen mijn gevoel enerzijds en mijn verstand anderzijds en er was geen duidelijke winnaar. Dus zei ik: ‘Mag ik hier even over nadenken?’ Degene aan de andere kant van de telefoon bleef beleefd, maar ik merkte dat zij toch niet zo heel blij was met dit antwoord. Ze zou de volgende dag terugbellen.
Uiteindelijk heeft mijn verstand het gewonnen van mijn gevoel en heb ik de volgende dag gezegd dat ik niet zal collecteren. Het gekke is dat ik een goed gevoel heb over de keuze die ik gemaakt heb. Het is een weloverwogen beslissing, waar ik mij niet schuldig over voel. We hebben nu net een heel wankel evenwicht in ons gezin en dat wil ik niet verstoren. Mijn tijd komt nog wel dat ik kan collecteren of wat dan ook kan doen voor wat voor organisatie dan ook!