Kerstbemoediging (26-12-2012)
Het is eerste kerstdag en met slaperige ogen tuur ik naar buiten op zoek naar een witte kerst. Mmm, de sneeuw is ver te zoeken, het ligt vast ergens in de Alpen of zo. Nog lang niet wakker zit ik aan de koffie in de hoop enigszins mijn ogen open te krijgen. Jacco is vannacht flink aan het spoken geweest. Het begon om 5.00 uur met een epileptische aanval. We hoorden gehuil door de babyfoon en toen we zijn kamer kwamen zagen we al dat het mis was. Even later moest hij plassen en ging Jaap met hem naar de badkamer. In een fractie van een seconde glipte hij tussen Jaap zijn vingers door en viel hij achterover met zijn hoofd op de tegels, met als gevolg een flinke buil op zijn hoofd… Na extra medicijnen werd Jacco gelukkig weer wat rustiger en verdwenen de aanvallen.
We besloten om toch maar gewoon naar de kerk te gaan. Het is immers kerstfeest; vrede op aarde! Familiefeest op en top! Gelukkig was er een tiener bereid om Jacco’s buddy te zijn tijdens de nevendienst. Zonder hulp van een tiener is het helaas voor ons haast niet meer te doen om naar de kerk te gaan en hij wil zo graag naar de kerk!
Terwijl het orgel vrolijke kerstliedjes speelde, zaten wij met een heel drukke Jacco op het balkon.
Meestal zitten wij alleen op het balkon, maar vanwege de kerstdrukte druppelden er langzaam meer mensen het balkon op. ‘U kunt het beste helemaal door schuiven, want dan heeft u het minste last van ons. Wij zitten hier speciaal vanwege hem.’ hoorde ik Jaap zeggen. Waarop een mevrouw met een glimlach antwoordde: ‘Dat weet ik, ik ken hem.’ Vervolgens ging ze gezellig bij ons zitten. Op de één of andere manier raakte dit mij en voelde het goed.
‘Mamma, mag ik een snoepje?’
‘Nee joh, je hebt net gegeten.’
‘Maar ik heb zo’n hongúr.’
‘Nee, je krijgt geen snoepje. De kerkdienst moet nog beginnen!’
‘Ik wil een snoepje!’
Vervolgens zag hij zijn jas en gooide deze naar voren bovenop het hoofd van een jongen, deze schrok zich natuurlijk wild. Daarna zag hij een snoepje op de grond liggen, dook onder de bank om deze te pakken om het vervolgens op te willen eten. Ik kon het nog net voorkomen, waarop een luid gegrom het balkon vulde.
‘Mag ik een snoepje?’
‘Nou vooruit.’
‘Mag ik een zaag?’
‘EEN ZAAG?’
‘Ja, om mijn snoepje te zagen.’
‘Nee, dat mag niet!’
‘Waarom mag ik geen zaag?’
‘Daarom niet!
‘Maar waarom mag ik geen zaag hebben?’
‘Jacco stoppen!’
‘Waarom moet ik nou stoppen?’
…
Terwijl beneden het koor vrolijke kerstliedjes aan het zingen was, speelde zich op het balkon een ware veldslag af om Jacco stil te houden. In het heetst van de strijd sloeg hij plotseling zijn armen om mij heen en verwachtte ik een lekkere knuffel van hem te krijgen. Maar in plaats daarvan kreeg ik een nogal pijnlijke omhelzing, waarna ik hem geschrokken van mij af duwde. Ondertussen zong het koor rustig verder over vrede op aarde en Ere zij God. Wanhopig keken Jaap en ik elkaar aan: ‘Wanneer begint de nevendienst nu? Hebben we trouwens genoeg kerkvoer bij ons om het nog een tijdje uit te houden?’ Jaap liet een hele rol zien en ik toverde ook nog een rol tevoorschijn…. Terwijl wij druk bezig waren Jacco stil te houden met pepermuntjes, zei onze dominee: ‘De kinderen mogen zo naar de nevendienst.’ Wij keken elkaar aan, waarna ik met een glimlach zei: ’Dit zegt hij anders nooit zó specifiek. Zegt hij dit nu speciaal voor ons? Wel een bijzondere kerstbemoediging!’ En ja hoor, eindelijk mochten de kinderen naar de nevendienst.
En zo was tenslotte ook de vrede op het balkon gearriveerd… Volkomen uitgeput zaten wij te genieten van dit kortstondig vredesakkoord. Ach, hij kan er in wezen ook niets aan doen. Het moeilijke gedrag hoort helaas bij zijn vorm van epilepsie. Maar ja, dit wetende maakt het er voor ons niet makkelijker op. Na de collectie kwam Jacco luidkeels terug met een tiener in zijn kielzog die zich zo te zien een slag in de rondte had gewerkt om Jacco enigszins in toom te houden. ‘Ach, in het begin ging best goed. Hij heeft zelfs een liedje uitgekozen! Daarna heeft hij flink geknipt. Tenslotte heeft hij heel wat potloden geslepen en het slijpsel netjes in een beker gedaan. Tja, en dàt was niet zo handig…’ Waarop wij tegelijk zeiden: ‘Deze beker vloog door de lucht.’
Na deze zeer enerverende kerstdienst gingen we lichtelijk uitgeput richting huis. Opgelucht zei ik tegen Jaap: ‘Wel heel erg fijn dat er een aantal tieners Jacco’s buddy willen zijn! En dat zelfs op eerste kerstdag! Ik heb trouwens niets gehoord over Jacco’s favoriete bezigheid; tafels klimmen! Tegen beter weten in zei ik: ‘Zou deze fase dan eindelijk voorbij zijn?’
Ondanks alle hulp, begrip en ‘speciale bemoedigingen’ die wij krijgen, wordt de kerkgang toch wel steeds vermoeiender voor ons. Ik ga toch maar eens nadenken hoe wij in 2013 de kerkdienst vorm zullen geven. Ik weet alleen nog niet hoe…