Geen categorie

De parkeerblues (01-11-2013)

Ondanks dat Jacco epilepsie heeft, proberen wij een zo normaal mogelijk leven te leiden. Zo gaat Jacco mee naar de markt, naar de winkel, mee op familiebezoek en ook mee naar de kerk. Natuurlijk houden wij rekening met zijn beperkingen en met eventuele aanvallen, maar zo lang het nog kan neemt hij gewoon deel aan onze gezinsactiviteiten. Belangrijke graadmeter hierin is echter wel de steeds terugkerende vraag: ‘Doen we Jacco er een plezier mee om hem mee te nemen én kunnen wij dit zelf aan?’

Om dit vol te kunnen houden hebben wij de nodige voorzieningen moeten regelen. Eén ervan is een invalideparkeerkaart. Deze blauwe kaart is echt een noodzaak, want wanneer Jacco een aanval krijgt moet hij zo snel mogelijk in de auto gezet worden. Het is belangrijk dat de auto dichtbij staatn op een ruime parkeerplek. Na zo’n aanval kan hij namelijk niet meer zelfstandig lopen en kan hij ook niet meer zelf in of uit de auto stappen.

Nu komt ons probleem: wanneer wij vervolgens bij ons huis aankomen moeten we de auto parkeren op een parkeerplek die ons is toegewezen bij de aankoop van ons huis. Maar wanneer Jacco noodmedicatie heeft gekregen, is hij zo slap als een vaatdoek. Het is echt een heel gewurm om hem zo uit de auto te krijgen, zonder dat dit schade teweeg brengt aan de soms scheef geparkeerde auto’s van buren. Daarna moeten wij met een slappe Jacco nog tientallen meters lopen naar ons huis, wat echt geen pretje is. Hij is nu al 35 kilo en bijna niet meer te tillen, laat staan hoe dit zal zijn over een paar jaar! Ik heb de auto wel eens pal voor ons huis geparkeerd, Jacco uit de auto getild en hem op de bank gelegd om te verzorgen. Vervolgens zou ik hem aan zijn lot moeten overlaten om de auto weg te zetten. Dit kan natuurlijk niet!

Wij hebben dus een invalideparkeerplaats nodig.

Een paar maanden geleden hebben we de aanvraag ingediend bij de gemeente en meteen kregen we een oproep om met Jacco bij een onafhankelijke keuringsarts te komen. Gelukkig had deze arts zich goed ingelezen in onze problematiek en toen hij Jacco zag begreep hij meteen onze aanvraag. Binnen tien minuten stonden wij weer buiten en was onze aanvraag goedgekeurd. Jaap en ik keken elkaar vol verbazing aan: wat heerlijk als je je niet hoeft te verdedigen, maar je begrepen voelt!

Vol spanning en goede moed wachtten wij dus af wat er verder zou gaan gebeuren. Deze week kwamen er een aantal mensen van de gemeente (WMO) langs om met ons de mogelijkheden van een invalideparkeerplaats te bespreken. Het optimisme na het gesprek met de keuringsarts veranderde echter heel snel in een gevoel van teleurstelling na het gesprek met de mensen van de gemeente.

Het begon al met het feit dat onze eigen parkeerplaats 21 meter van onze deur vandaan is. Dit valt nog binnen de regel van 50 meter tussen parkeerplaats en huisdeur. Dus op grond van die regel zouden wij niet in aanmerking komen voor een invalideparkeerplaats. Maar gelukkig begrepen ze onze situatie en raakten we toch in gesprek over wat er wel en niet mogelijk zou kunnen zijn op dit gebied.

De meest voor de hand liggende oplossing zou een mooi voorbeeld zijn van de participatiemaatschappij die de overheid op het oog heeft. We zouden namelijk met de buurtbewoners in gesprek moeten gaan om onze situatie uit te leggen. Dan zouden wij in goed onderling overleg onze auto vast wel mogen parkeren op parkeerplek achter ons huis die bovendien grenst aan het trottoir. Toch?

Natuurlijk zijn wij al in gesprek gegaan met onze buurtbewoners en hebben onze situatie uitgelegd,  maar ondanks alle begrip is er helaas niets veranderd. Iedereen in de buurt weet dat Jacco epilepsie heeft, ze zien immers regelmatig een jongetje met blauwe helm rondlopen. Soms wordt er weleens gevraagd hoe het gaat, maar meestal groeten we elkaar, praten over het weer en dat was het.

Tja… de keuringsarts begreep ons zonder dat wij iets hoefden uit te leggen. Een zorg werd ons uit handen genomen.

En nu krijgen wij van de gemeente die zorg met dezelfde vaart weer terug.

Ik ga maar weer bellen met de gemeente.

 

Prietpraat;

Jacco: ‘Mamma, ik heb pappa haar bakkie koffie even gegeven!’

Ik: ‘Wat goed dat je pappa zijn bakje koffie hebt geven!’

Jacco: ‘Jaja, ik heb pappa haar bakkie koffie geven, mamma!’

Ik: ‘Zijn bakje koffie, pappa is een man.’

Jacco denkt na en zegt: ‘Mamma, ik heb pappa man bakkie koffie geven.’

 

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.