Ik word er zo moe van om mij steeds te moeten verdedigen. (04-12-2013)
Zoals elk jaar zijn we weer naar het Sinterklaasfeest van Jaap zijn werk geweest. En net als vorig jaar had Jacco een slechte dag met veel epileptische aanvallen. Het begon ‘s morgens vroeg al, maar daarna stopten de aanvallen en was hij heel helder. Bovendien had hij veel zin om naar het Sinterklaasfeest te gaan. Elk jaar is daar namelijk een grote zwartepietenband die voor veel gezelligheid zorgt. Bij het vooruitzicht dat hij de ‘Trommelpiet’ weer zou zien, begon Jacco helemaal te glimmen!
Dus stapten we in de auto en reden naar het theater waar het grote Sinterklaasfeest gehouden zou worden. Toen we aankwamen, zei ik tegen Jaap: ‘Zullen we de auto maar weer op de invalideparkeerplaats vlakbij de ingang zetten? Je weet nooit hoe de ochtend zal verlopen.’
Zo gezegd, zo gedaan en even later liepen we achter de feestelijke stoet kinderen aan richting de ingang van het theater.
Opeens werden we aangesproken door iemand van de beveiliging. Hij tikte Jaap op de schouder met de mededeling: ‘Uw mag daar niet staan, meneer. U wordt weggesleept als u uw auto daar laat staan!’ Enigszins geïrriteerd legde Jaap uit dat Jacco epilepsie heeft en dat wij daarom onze auto op de invalideparkeerplaats hadden neergezet. De man bleef bij zijn verhaal dat wij daar niet mochten staan en dat de auto echt weggesleept zouden worden als we deze niet zouden verplaatsen. Waarop Jaap nog geïrriteerder antwoordde dat het een invalideparkeerplek is en dat wij een invalideparkeerkaart hebben voor onze zoon. Even was de man van zijn stuk gebracht, hij had blijkbaar niet de moeite genomen om even achter onze voorruit te kijken, maar hij vervolgde zijn betoog: ‘Dan moet u uw auto in de parkeergarage zetten op een invalideparkeerplek. U mag dáár niet staan.’ Toen Jaap zei dat hij dit echt niet van plan was te gaan doen, droop de man af.
Met een bonkend hart vol spanning liepen wij verder richting theater waar even later de goedheiligman aan zou komen. Met een diepe zucht zei Jaap tegen mij: ‘Ik word er altijd zo moe van om mij steeds te moeten verdedigen, want een gezeur.’
Ondanks dit akkefietje waren we nog op tijd in de zaal en vonden we een mooi plekje vlakbij bij de uitgang. Jacco maakte meteen zijn zakje met pepernoten open en had deze in een mum van tijd op, waarna hij lekker bij mij op schoot kroop. Ondertussen deed ik mijn best om mijn zinnen te verzetten en toch te genieten van de feestvreugde en de spanning die alom te zien en te horen was. Jacco begreep niet veel van de show, want hij kreeg helaas steeds kleine epileptische aanvallen. Maar toen zijn favoriete Trommelpiet binnen kwam en zelfs vlak langs ons liep, klapte hij het hardst van allemaal!
Vlak voor het einde pakten we onze spullen bij elkaar en liepen als eerste de zaal uit. In de nog lege ruimte achter de zaal kregen de jongens hun cadeautje, allebei dezelfde vrachtauto met daarbij een grote chocoladeletter. Al strompelend liep Jacco naar de auto toe. Ondanks zijn epilepsie, wilde hij persé zelf zijn vrachtauto én chocoladeletter vasthouden. Dat dát niet zo handig was, scheen hem niets te deren.
Opgelucht dacht ik: ‘Gelukkig staat onze auto op de invalideparkeerplaats vlakbij de ingang van het theater!’