Retteketet (03-03-2014)
We zitten met z’n allen aan tafel en bijna iedereen is klaar met eten. Jacco heeft zijn bord tot op de laatste kruimel leeg gegeten en Ruben is ontzettend aan het treuzelen. Terwijl ik wat geërgerd Ruben aan het helpen ben, begint Jacco opeens enthousiast te zingen: ‘Retteketet, retteketet, ik ben een olifant en dit is mijn schuiftrompet!’ Hij begint steeds harder te zingen en al snel zwaaien zijn armen ongecontroleerd heen en weer in een poging de slurf van de olifant te vormen. In zijn enthousiasme heeft hij absoluut niet door dat hij bijna zijn bord van tafel veegt en Jaap kan nog net op tijd een mep van een olifantenslurf ontwijken.
Ik ben natuurlijk ontzettend blij dat Jacco zingt, het is immers een teken dat hij lekker in zijn vel zit. Maar mijn blijheid gaat gepaard met een bitter randje; het is namelijk zo’n bizar gezicht om mijn achtjarige zoon enthousiast een peuterliedje te horen zingen. Het past niet. Het staat niet. Zo’n groot kind dat zichzelf helemaal verliest in een kinderachtig peuterliedje!
Lachend kijk ik naar dit bizarre schouwspel, om maar niet te hoeven huilen. Want opeens valt mij op dat zijn manier van zingen is veranderd. Hij zong altijd met een heel lief, kinderlijk stemmetje de mooiste liedjes. Nu zingt hij op een manier die ik kenmerkend vind bij kinderen met een verstandelijke beperking; monotoon en met een vreemde intonatie. Met een brok in mijn keel besef ik weer dat de kloof tussen leeftijdsgenoten steeds maar groter en groter wordt.
Was hij vier jaar geleden nog een gezonde en vrolijke kleuter, nu is hij acht jaar en eigenlijk nog steeds een kleuter. Nadat wij de diagnose epilepsie hadden gekregen, had ik nog de hoop dat hij zich zou gaan ontwikkelen wanneer hij goed ingesteld zou zijn met medicijnen. Zijn achterstand viel toen namelijk nog niet zo op en was immers nog in te halen. Maar helaas bleef Jacco in zijn kleuterwereld hangen, terwijl zijn leeftijdsgenootjes hun vleugels verder uitspreidden.
‘Retteketet, retteketet (…) ’. Terwijl Jacco enthousiast blijft zingen, help ik Ruben met zijn laatste hap eten. Jaap ziet het onbeholpen gezwaai van Jacco en begint uit te leggen hoe je van je armen een olifantenslurf kunt maken. Waarna Jacco het giechelend probeert na te doen. Dan begint Ruben ook mee te zingen en legt zijn armen in de knoop in een poging een slurf te vormen. Jaap doet het onder luid getetter weer voor en voordat ik er erg in heb zit ik met drie olifanten aan tafel die de oren van mijn hoofd tetteren. Ondertussen kijkt Hanna haar ogen uit alsof ze denkt: ‘In wat voor gezin ben ik nu beland?’ Maar inmiddels weet ook zij haar neus te vinden en besluit vrolijk mee te doen met het getetter.
‘Retteketet, retteketet…’
Tja, daar zit ik dan met allemaal zingende, tetterende olifanten aan tafel. Ik kijk naar Jacco die het hardst tettert van iedereen. Opeens proest ik het ook uit van het lachen en denk: ‘Wat is het toch een heerlijk joch, die Jacco!’