Voorkomen is beter dan genezen (24-01-2014)
Jacco heeft een kind geslagen. Nu is dat niets nieuws, want hij slaat eigenlijk heel vaak iemand. Zomaar, zonder reden. Meestal is Ruben de klos, waarna er een fikse ruzie ontstaat tussen beide broers.
Het kan zijn dat iemand te dicht bij hem in de buurt komt en daarom een tik krijgt. Ook wanneer hij even niet weet wat hij moet doen, is de kans groot dat hij in de slaan-modus terecht komt. Soms zie ik het aankomen en probeer de situatie te redden door hem af te leiden: ‘Jacco wil je mij even helpen?’ en vervolgens pak ik hem bij zijn arm en neem hem mee. Voorkomen is immers beter dan genezen. Vooral wanneer genezen een zeer lange adem vraagt.
Ik kan er absoluut niet tegen wanneer ik zie of hoor dat Jacco iemand zomaar een tik geeft. Ik word dan echt nijdig op Jacco! Hij moet van mij ook altijd zijn excuus aanbieden en zeggen dat hij het niet meer zal doen. Natuurlijk weet ik dat hij weer zal gaan doen, maar het gedupeerde kind voelt zich in ieder geval serieus genomen in zijn of haar boosheid. Met het wel of niet oprechte excuus van Jacco is de zaak afgesloten, voor zolang het duurt.
Ik zou wel eens willen dat iedereen Jacco zou zien, zoals ik hem zie. Want in wezen is hij heel erg lief en zorgzaam. Hij heeft heel veel humor en is gewoon een heerlijk kind. Maar door de epilepsie is zijn gedrag ontregeld. Hij heeft als het ware geen sturing over zijn eigen gedrag en is daarin afhankelijk van een ander, een volwassene.
In het eerste jaar op deze school was zijn beste vriend een jongen in een rolstoel die niet kon praten en geen controle had over zijn armen en benen. Jacco deed alles voor hem en koos altijd hem uit om mee te spelen. Nooit heeft hij deze jongen met een vinger pijn gedaan!
Het jaar daarop was hij helemaal gek van een meisje in een rolstoel dat ook niet kon praten. Hij wilde altijd naast haar zitten en met haar spelen. Hij glimlachte van oor tot oor wanneer hij over haar praatte. Dit is weer de ontzettend lieve en zorgzame kant die Jacco gelukkig ook heeft!
Jacco slaat, zomaar. Dat mag natuurlijk niet. Hij heeft de gevolgen van dit slaan helaas niet door. Ik probeer het hem wel steeds opnieuw duidelijk te maken:
’Andere kinderen vinden het niet leuk dat jij hen slaat. Het doet zeer. Zij moeten er om huilen en worden boos.’ Het lijkt niet tot hem door te dringen en daaruit blijkt dat hij in zijn ontwikkeling nog erg jong is.
Thuis proberen wij dit negatieve en impulsieve gedrag zo veel mogelijk te voorkomen door een situatie te creëren waarbij we Jacco geen moment uit het oog te verliezen. Want Ruben en Hanna moeten zich immers ook veilig voelen in huis. We hebben de zorg rondom Jacco dan ook zo geregeld dat ik zo min mogelijk alleen ben met drie kinderen.
En juist dit maakt de zorg voor Jacco zo vreselijk intensief en vermoeiend. Maar wanneer hij zijn lievelingsknuffel aan Hanna geeft en zegt: ‘ Hanna mag Winnie wel even hebben hoor mamma!’ dan geeft hij ook weer heel veel energie!
In wezen heeft hij nog steeds dat heel lieve karakter van voor zijn epilepsie!
Je moet er alleen oog voor hebben!
Prietpraat:
Ruben:’ Mamma, Hanna schiet nooit van z’n meter.’
Vertaling:
‘ Mamma, Hanna schiet voor geen meter op!’