Wat heb je er aan? (17-02-2014)
Een aantal weken geleden heb ik samen met de psychologe van Jacco’s school een vragenlijst ingevuld over Jacco’s sociaal-emotionele ontwikkeling. Het doel was om een globale inschatting te krijgen van zijn sociaal-emotionele leeftijd. De leerkracht van Jacco heeft ook deze lijst ingevuld, zodat we van twee kanten een beeld zouden krijgen van Jacco’s functioneren.
En nu is de uitslag binnen. Snel maak ik de enveloppe open en begin met het lezen van het verslag. Ik heb expres gevraagd of ik de uitslag voor het gesprek mocht lezen, zodat ik mij er goed op kan voorbereiden en de uitslag alvast met Jaap kan bespreken.
Natuurlijk heb ik zelf al een inschatting gemaakt van zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Ik zeg altijd tegen mensen dat Jacco een grote kleuter is. Maar dat hij nog ‘jonger’ zou zijn in zijn ontwikkeling komt toch wel rauw op mijn dak. Op heel veel gebieden is hij ongeveer 2,5 tot 3 jaar. Een uit de kluiten gegroeide peuter dus.
Ik laat de brief aan Jaap lezen. Net als ik scant hij de brief eerst en zegt dan met een diepe zucht: ’Tja… wat heb je hier aan?’ en hij legt de brief verdrietig op de tafel neer. Verbaasd kijk ik hem aan en herhaal: ’Wat heb je eraan? Nou, we weten nu op welk niveau we hem aan moeten spreken. Verder kunnen we onze verwachtingen bijstellen, zodat hij minder gefrustreerd zal raken.’
Jaap kijkt mij aan en zegt: ‘Maar ja, wat verandert er in het geheel?’ Verontwaardigd over zijn schijnbaar achteloze reactie ga ik verder: ‘We kunnen met deze uitslag verder op zoek naar hulp, want alle instellingen vragen immers om verslagen, diagnoses en vooral handtekeningen van deskundigen! Weet je nog dat wij bij verschillende instellingen geen hulp konden krijgen omdat we niet zwart op wit hadden dat Jacco een verstandelijke beperking heeft met een ontwikkelingsachterstand?’ Met een zucht ga ik verder: ’Alsof je als moeder zomaar naar een instelling belt voor hulp en zegt dat je kind een beperking heeft!’
Jaap knikt terwijl ik weer verder ga met mijn betoog: ’Bovendien kan je dit onderzoek over een paar jaar weer doen en kijken of Jacco enige vooruitgang heeft geboekt! Dit onderzoek is dus heel belangrijk!’
Jaap knikt weer en zegt: ’Ja, maar wat héb je eraan. Ik bedoel, verandert dit iets wat betreft Jacco?’ Ik moet even schakelen, want meestal reageer ik heel abrupt en gevoelsmatig en Jaap juist heel rationeel. Dit antwoord ben ik dus helemaal niet gewend van hem! Na enkele minuten ‘schakelen’ antwoord ik met een diepe zucht: ‘Tja… in wezen verandert Jacco natuurlijk niet door zo’n onderzoek en blijven we in het zelfde schuitje zitten…’
‘Dat bedoel ik. Dus wat heb je eraan…’