Voor de caravan van Jacco (16-04-2014)
‘Zullen we in de meivakantie weer een paar dagen met de caravan weg gaan?’ Jaap kijkt mij verwachtingsvol aan. Ik aarzel even want Jacco is die week immers in het logeerhuis. Aarzelend antwoord ik dan ook: ‘Uh… dat is goed. Zullen we weer naar de oude vertrouwde camping gaan?’ Jaap knikt en vraagt of ik het verder wil regelen.
Met een knoop ik mijn maag zoek ik het telefoonnummer van de camping op en krijg meteen de eigenaar aan de telefoon. Dan komt daar de onvermijdelijke vraag: ’Met hoeveel personen komen jullie?’ Een normale vraag, maar o zo pijnlijk voor mij. Het liefst zou ik antwoorden: ’We komen met drie kinderen en twee volwassenen.’ Maar in plaats daarvan hoor ik mezelf zeggen: ‘We komen met twee kinderen en twee volwassenen.’
Verdrietig leg ik de telefoon neer. Weer een vakantie zonder Jacco en hij vindt het zo geweldig leuk om met de caravan op pad te gaan. Waar andere kinderen een tekening maken voor hun moeder, maakt Jacco een tekening voor de caravan! Ik zie zijn tekening nog hangen tussen alle andere tekeningen. ‘Voor de caravan van Jacco.’ had de juf erop geschreven. Snel veeg ik mijn tranen weg, want ik weet dat het niet meer te doen is om Jacco mee te nemen, hoe verdrietig dat ook is.
In zijn enthousiasme wil hij namelijk overal bij helpen. Heel lief, maar het is absoluut niet handig. Hij denkt namelijk alles te weten en te kunnen. Daarbij is hij ook nog eens zo eigenwijs dat er constant iemand zijn schaduw moet zijn om te zorgen dat zijn ‘handige dingen’ niet volledig uit de hand gaan lopen.
Zo draait hij steeds maar weer aan het neuswieltje van de caravan, tot vervelends toe. Hij doet dit omdat het volgens hem moet. Steeds hebben wij hier hetzelfde gesprek, alsof je een cassettebandje hoort afspelen: ‘Jacco, niet doen. Dit is een klusje voor pappa.’ ‘Ja, maar Jacco vindt dit handig. Ik moet dit doen!’ ‘Nee Jacco, jij mag hier niet aan komen. Ik tel tot drie en anders pak ik je bij je arm. Eén…twee… drie.’ Daarna pak ik hem bij zijn arm en onder luid protest gaat hij uiteindelijk toch met mij mee. Maar even later zit hij er weer…
Halverwege de dag ploffen Jaap en ik uitgeput op een stoel het zweet van ons voorhoofd vegend. Jacco daarentegen bruist van energie en luistert totaal niet naar wat wij zeggen. Hij loopt als het ware al een kip zonder kop rond over de camping richting de speeltuin. Daar aangekomen weet hij echter niet hoe hij moet spelen, gooit met zand en geeft andere kinderen een duw. Dus loop ik maar weer achter hem aan, grijp hem bij zijn arm en neem hem onder luid protest mee naar onze caravan. Onderweg negeer ik alle blikken van vakantievierend-Nederland en sluit mij compleet af voor al de ‘ach-je-hebt-het- maar-druk-met-hem’s’ van vakantiegangers die in hun luie vakantiestoel niets ander te doen hebben dan ons te bekijken.
En bij de caravan aangekomen loopt hij meteen weer naar het neuswieltje van de caravan….
De laatste keer dat Jacco mee was met de caravan hadden we hem neergezet bij het recreatiehuisje van mijn schoonouders. Ik werd ’s ochtends heel vroeg wakker en zag tot mijn enorme schrik dat Jacco niet meer in zijn bed lag! Ik ben zelden zo geschrokken, maakte Jaap wakker en zei: ‘Jacco is weg! Hij weet de caravandeur van de binnenkant open te maken!
Gelukkig hadden we hem snel gevonden. Jacco was wakker geworden, had zijn schoenen aan gedaan en was in zijn pyjama naar opa en oma gelopen. Wonder boven wonder had hij wel zijn helm opgezet, weliswaar verkeerd om en niet vast, maar hij had hem op! Mijn schoonmoeder ontving Jacco met open armen in de veronderstelling dat wij Jacco gestuurd hadden, want dat hadden we immers de avond ervoor afgesproken!
Arme Jacco, hij wil zo graag met de caravan op vakantie. Wanneer Jaap thuiskomt van zijn werk, zeg ik dan ook: ’ Zullen we anders één nachtje met Jacco kamperen op een camping hier vlakbij. ’ Met een vage glimlach zeg ik erbij: ‘We barricaderen gewoon de deur, zodat hij ’s ochtends vroeg niet kan ontsnappen!’ En weet je wat? Ik heb er nu al zin in, vooral wanneer ik denk aan Jacco’s stralende gezicht en hartveroverende glimlach!
Heerlijk ventje!