De aardige mevrouw met de begripvolle knipoog…(30-08-2015)
Het is vrijdag, de laatste dag van Jacco’s vakantie. Ruben is op school en Jaap is naar zijn werk. Ik besluit ik met Hanna en Jacco boodschappen te gaan doen. ‘Gaan wij naar de Piep-piep-winkel?’ vraagt Jacco enthousiast. ‘Ja, we gaan naar de Piep-piep-winkel.’ Jacco knikt tevreden en vraagt vervolgens zo’n honderd keer: ‘Mag Jacco dan het muntje in de winkelwagen doen?’ ‘Ja, dat mag!’ Ik doe de lege boodschappenkratten in het winkelwagentje en bindt Hanna vast in het kinderzitje, ze is namelijk een heus klimgeitje.
Dan loop ik de winkel binnen. Ondertussen herinnert Jacco mij er continu aan dat dáár de zelfscan staat en dat ik deze echt in de speciale houder van de winkelwagen moet zetten. Ook moet ik het roze ‘post-it’ boodschappenpapiertje echt op het handvat van het winkelwagentje plakken. We beginnen op de fruitafdeling. ‘Mamma, je moet deze scannen, mag Jacco dat doen?’ Prima. Vervolgens staan wij bij de weegschaal om enkele stukken fruit te wegen. Jacco mag op de knopjes drukken. ‘Mamma, Jacco wil ook zo’n sticker.’ Met een diepe zucht hoor ik mezelf zeggen: ‘Nee Jacco jij mag geen sticker hebben. Kom we gaan.’ Jacco denkt daar echter anders over. Een aardige mevrouw achter ons kijkt mij begripvol aan, maar zegt dan tot mijn schrik tegen Jacco: ’Hier, druk maar het knopje, dan heb je je sticker.’ De vrouw geeft mij vervolgens een begripvolle knipoog en loopt rustig verder. Enigszins ontdaan denk ik: ’Ben ik nou zo’n vermoeide, zuchtende en levensmoede moeder geworden dat ik mijn kind niet eens een sticker gun?’ Dan loop ik verder met een roepende Jacco in mijn kielzog: ‘Mamma, kijk eens naar mijn sticker? Mag Jacco de sticker hierop plakken?’ Tot mijn schrik plakt hij zijn sticker van kiwi’s op enkele boodschappen in de wagen. In een flits zie ik mezelf al bij de kassa staan, natúúrlijk krijg ik controle en natúúrlijk worden net de kiwi’s gescand die ik natúúrlijk niet gescand heb omdat ik geen kiwi’s heb gekocht. En natuurlijk moet dan mijn hele boodschappenkar opnieuw gescand worden. Kortom: DRAMA! Ach, wat baal ik van die ontzettend aardige mevrouw met die begripvolle knipoog die nu in alle rust haar boodschappen doet.
Nadat de kiwisticker op alle boodschappen én op alle kledingstukken (inclusief helm) is geplakt, is de plak er natuurlijk vanaf. Met een beteuterd gezicht vraagt Jacco: ‘Mamma, kan je even nieuwe plak op mijn sticker doen?’ Dan ziet Jacco een winkelmedewerker en hij zet het op een rennen. Met mijn winkelwagen voortduwend trek ik even een sprintje en roep al hijgend door de winkel: ‘Nee, Jacco krijgt géén sticker meer. Ik heb al ellende genoeg van deze sticker.’ Schaapachtig word ik door het winkelend publiek aangestaard, maar ik negeer me altijd suf wanneer ik met Jacco op stap ben.
Dan ziet Jacco het koffieapparaat. ‘Jacco wil koffie.’ Dáár heb ik al helemaal geen zin in. Jacco heeft echter wel trek in koffie, hij pakt al een bekertje. Vervolgens moet de sticker RECHT op het bekertje geplakt worden. Met veel moeite kan ik hem overtuigen om verder te gaan. ‘Jacco we komen zo bij de kaas, misschien mag je wat proeven!’ Dat mijn opvoeding wel enigszins gelukt is, blijkt wanneer hij trots terug komt met drie blokjes kaas. Voor ons alle drie ééntje.
Wanneer ik hem voor de honderdste keer kwijt ben, is mijn geduld tot een nieuw dieptepunt gedaald. Hanna versterkt dit nog even haarfijn door steeds te herhalen: ‘Jacco is weg. Waar is Jacco nu?’ Op dat moment kom ik bij mijn positieven, zie mijn handen trillen van de stress en denk: ‘Dit gaat boven mijn pet. Ik stop ermee en ga naar huis.’
Met een halve kar boodschappen sjok ik na anderhalf uur vermoeid en verdrietig de winkel uit met het drukkende gevoel dat ik vanmiddag nóg een keer naar de supermarkt moet om de rest te halen. Dan valt mijn oog op de vrolijke poster naast de zelfscans… Dan schiet ik ondanks alles in de lach en denk vol zelfspot: ‘Ach, heb ik vanmiddag ook weer een invulling met Jacco!