Hoera, ik ben een OEN! (02-11-2017)
‘Je moet als ouder een oen zijn.’ Ik stop meteen met schrijven, frons mijn wenkbrauwen en vraag mij af wat de trainer van het vak Oudergerichte Organisatie hier in vredesnaam mee bedoelt…
Mijn gedachten geven als vanzelf een eigen invulling aan het begrip ‘oen’… Voor de zoveelste keer te laat komen omdat je je sleutels niet kunt vinden die gewoon op de vaste plek hangen. De afslag op de overbekende snelweg voorbij rijden, zodat je helemaal om moet rijden. Met de hak van je schoenen achter een traptrede blijven steken, waardoor je bijna een vrije val maakt. Maar dat zal de trainer waarschijnlijk niet bedoelen met zijn opmerking…
Hij lijkt mijn verwarring te merken en geeft geamuseerd uitleg: ‘Je moet als ouder Open en Nieuwsgierig zijn, een OEN dus!’ Ha, deze is leuk, die onthoud ik!
Om een OEN te zijn, moet je in de eerste plaats jezelf zien als ‘een-ouder-die-iets-in-te-brengen-heeft’. Je kind wordt immers niet grootgebracht door professionals, maar door jou als ouder! Ouders zorgen voor duurzaamheid en zijn de constante factor in het leven van hun kind! De trainer stimuleert ons om aan de slag te gaan met het inbrengen van een stuk oudergerichtheid binnen organisaties.
Ik denk terug aan de eerste maanden nadat Jacco het huis uit was. Ik vond het verschrikkelijk om hem achter te laten bij ‘vreemden’. Ik voelde mij een slechte moeder en ontzettend schuldig. Wanneer ik belde dacht ik steeds: ‘Je vertelt mij van alles over Jacco, maar wie ben jij ook al weer?’ Dit voelde niet fijn, dus vroegen wij om een ‘smoelenboek’. De begeleiders reageerden heel enthousiast, maar het ‘smoelenboek’ kwam er maar niet. Op een gegeven moment zei ik tegen Jaap: ‘Ik denk dat zij niet in de gaten hebben hoe het voor ons is om je kind achter te laten bij ‘vreemden’.’ Uiteindelijk kwam er een ‘smoelenboek’ en daardoor meer rust in mijn hoofd. Een aardig staaltje van ‘oenigheid’, al zeg ik het zelf!
De trainer gaat verder met zijn verhaal. Hij vertelt dat er verschillende denkmodellen zijn van de manier waarop professionals werken. Zo is er het ‘protectieve model’. In dit denkmodel ligt alle expertise bij de professionals. Tegenover dit model staat het ‘consumentmodel’ waarbij de professional zich volledig aanpast aan de ouder. Bij elk van deze modellen geeft hij enkele voorbeelden. Geïnteresseerd luister ik naar zijn verhaal, maar herken deze modellen niet.
Dan komt hij bij ‘het ‘partnershipmodel’. Hierin komen de ouder en de professional samen tot het beste resultaat. Ik knik instemmend bij het horen van dit model. Dit model herken ik. Vooral in het begin werd ik vaak gebeld door de begeleiders van Jacco met de vraag: ‘Jacco doet dit, hoe gaan jullie hier mee om?’ Samen kwamen wij tot de beste manier van reageren op zijn gedrag. Met een glimlach denk ik: ‘Ook professionals zouden best iets vaker een OEN mogen zijn!’
Ik heb mijn blog bijna klaar wanneer er uit het niets een grijs venster verschijnt met een alarmerend rood kruis met cryptische boodschap dat ik iets moet doen. Chagrijnig en in paniek roep ik Jaap, mijn man én tevens persoonlijke computerexpert: ‘Jaap, ik krijg een vreemd venster, wil je even kijken?’ Met een diepe zucht neemt hij de muis van mij over, typt iets wat ik niet begrijp en hopla! het venster verdwijnt als sneeuw voor de zon….
Lollig zeg ik: ‘Ik weet het, ik ben een oen. En ik ben er trots op!’
Mopperend loopt Jaap weg. Ik hoor hem nog net iets zeggen over een nieuw programma bij RTL4: ‘Help mijn vrouw is een oen!’