Handboek voor de moeder op afstand (13-03-2018)
‘Ons advies is dat Jacco gaat verhuizen naar een andere woning binnen onze instelling.’ Jaap en ik kijken met grote ogen de gedragspsycholoog aan. Ik had van alles verwacht, maar dit niet. Zoekend naar de juiste woorden gaat zij verder met haar betoog. ‘We zien dat Jacco last heeft van het gedrag van andere cliënten en dat hij dit negatieve gedrag na gaat doen.’ Ze stopt even zodat de informatie kan landen bij ons.
Dan gaat ze verder: ’Ons advies is dat Jacco in een woning gaat wonen met kinderen die qua gedrag rustiger zijn en wat socialer. Hij zou zich dan kunnen optrekken aan deze kinderen. Voordeel is ook dat hij dan misschien meer begeleiding kan krijgen, omdat de groep rustiger is.’
Zwijgend zitten Jaap en ik in de auto op weg naar huis. Met een diepe zucht verbreek ik na een tijdje de stilte: ‘Ik vind het heel goed dat ze dit zien en er ook actie op ondernemen. Het getuigt echt van goede zorg voor hem. Maar ik heb helemaal geen zin in om Jacco te verhuizen. Ik had verwacht dat hij de komende jaren daar zou blijven wonen. Ik heb ook niet het idee dat hij daar ongelukkig is.’
En dan komt het hoge woord eruit: ‘Ik vind het zo moeilijk dat hij zo ver weg woont. Ik voel mij een moeder die van een grote afstand met een verrekijker aan het turen is hoe het met haar kind gaat en dit heb ik gemist.’
Na anderhalf jaar kan ik nog steeds maar niet wennen aan mijn nieuwe rol als ‘moeder op afstand’. Naast dat Jacco letterlijk ver weg van ons woont, ruim 100 km, is ‘het ver weg wonen’ van Jacco voor mij vooral een gevoelskwestie. Sinds hij het huis uit is, ben ik de grip kwijt op zijn fysieke welbevinden, op zijn ontwikkeling, op zijn emotionele welzijn, op… nou ja op zo’n beetje alles. Ik regelde altijd alles en was van alles op de hoogte. En nu, nu heb ik het gevoel dat ik aan de zijkant van zijn leven sta met een verrekijker in mijn handen. Ik ben een moeder op afstand die haar kind ‘anders’ moet vasthouden. Er bestaat geen handboek of theorie die mij vertelt hoe ik mijn rol moet invullen en hoe ik hem dan ‘anders’ moet vasthouden. Ik moet maar doen wat het beste bij mij past. Wat wil ik wel weten en wat hoef ik niet weten? Wat kan ik wel doen en wat kan ik niet doen, gezien ook de letterlijke afstand van 100 km? Ik moet het zelf maar uitzoeken en mijn eigen grenzen aangeven.
Natuurlijk bel ik vaak met de woning hoe het gaat, maar dat is toch anders dan wanneer je kind thuis woont of relatief dichtbij. Dan kan je even binnen lopen voor een praatje en een bakkie koffie en bouw je letterlijk een band op met de begeleiders en andere bewoners.
Met school heb ik ook ander contact dan toen Jacco nog thuis woonde. Ik ging altijd naar alle vieringen en besprekingen en was overal van op de hoogte. En juist die rol mis ik.
Gelukkig is er schriftje.nl waarin de leerkracht elke dag een verslagje schrijft over wat ze gedaan hebben en hoe het is gegaan met Jacco. Daar ben ik heel blij mee, het geeft mij nog enigszins een idee hoe Jacco het doet op school. Ik probeer de leerkracht zo nu en dan te bellen, maar meestal vergeet ik het omdat het na schooltijd hier in huis ook druk is met Ruben en Hanna en vriendjes die komen spelen.
Terugkijkend in hoe ik het afgelopen jaar mijn rol als moeder op afstand heb ingevuld, heb ik dus eigenlijk heel weinig grip op hoe het met Jacco gaat en misschien heb ik daarom dit signaal gemist…
Nu de boodschap wat gezakt is, is het natuurlijk ook een positief signaal dat Jacco niet meer past binnen de huidige groep van kinderen met moeilijk verstaanbaar bedrag! Zijn gedrag is dus eigenlijk te ‘goed’. Een verhuizing biedt ook wel weer nieuwe perspectieven. Het geeft het mij de ruimte om mijn rol als ‘moeder op afstand’ eens onder de loep nemen. We wonen misschien wel ver weg, maar een telefoontje is snel gepleegd! Afspraken zijn snel gemaakt en als het moet stap ik zo in de auto.
Die verrekijker… die moet ik maar eens opruimen!