Schoolreisje (06-06-2013)
Ruben gaat op schoolreisje. Bij zijn school staan twee grote bussen klaar om alle kleuters naar Chimpie Champ te rijden! Dit is een heel groot speelparadijs waar kinderen zich de hele dag lekker kunnen uitleven. Ruben heeft er dan ook heel veel zin in en is dol enthousiast. Alle kinderen krijgen een opvallend blauw T-shirt aan met daarop het logo van school. Ook krijgt elk kind nog een polsbandje om met daarop zijn naam en een telefoonnummer. Kan niet mis gaan!
Daar sta ik dan, naast alle andere ouders, Ruben uit te zwaaien. ‘Doei, goede reis! Veel plezier!’ Sommige ouders zijn zenuwachtiger dan hun kind, anderen vertellen juist dat hun kind vanmorgen zó zenuwachtig was dat het zelfs moest overgeven. Ruben vindt het gewoon ontzettend leuk en maakt zich niet zo snel druk. En ik..?
Met een brok in mijn keel denk ik terug aan drie jaar geleden toen Jacco voor het eerst op schoolreisje zou gaan. Zou gaan, want ’s morgens vroeg kreeg hij opeens een zware epileptische aanval. Het was zijn derde aanval, dus ik herkende het geluid en sprong meteen uit bed. Ik trof Jacco trillend aan en wist meteen dat het mis was. Met bibberende handen en een onvaste stem belde ik snel Jaap op. Hij reed net de straat uit op weg naar zijn werk. Na mijn telefoontje keerde hij meteen om. Toen hij thuis kwam was de aanval over en lag Jacco weer te slapen.
Nu zit Ruben in groep 1 en gaat hij op schoolreisje. Ik zwaai hem uit, praat met andere ouders en ga met Hanna terug naar huis. Zo hoort het. Maar de hele dag dwalen mijn gedachten af naar drie jaar geleden. Toen stonden we aan het begin van een lange en verdrietige weg, vol hectiek. Een weg die ons leven compleet op z’n kop zou zetten.
Daar gaan mijn gedachten weer, terug naar drie jaar geleden. Ik kan er niets aan doen. Omdat Jacco later op de ochtend opnieuw aanvallen kreeg, zijn wij uiteindelijk met de ambulance naar het ziekenhuis gegaan. Op de Eerste hulp aangekomen kreeg hij opnieuw een zware aanval en toen stonden er ineens zes mensen (dokters en verpleegkundigen) om hem heen. Omdat hij blauw aanliep gaven ze hem zuurstof en ik weet nog dat ondertussen een kinderarts gehaast tegen mij zei: ‘Ik zal u straks vertellen wat er aan de hand is, eerst moeten we uw zoon rustig krijgen!’ Als een toeschouwer zat ik heel stil op een stoel te kijken hoe ze bezig waren met mijn kind. Ik kon niets zeggen en niets doen, alleen maar zitten en voor mij uit te staren. Uiteindelijk zei ik tegen Jaap: ‘Dit is het nu. Dit heb ik al twee keer gezien. Nou zie je het!’ Jaap zag spierwit, stond alleen maar te kijken en zei niets.
Toen Jacco weer rustig was geworden, heeft de kinderarts ons apart genomen en heeft hij uitgelegd dat Jacco een epileptische aanval had. Besloten was om te beginnen met het meest gangbare medicijn, Depakine.
Ruben is nu net zo oud als Jacco toen hij zijn eerste aanval kreeg. Ik zal nog wel meer herinneringen te verstouwen krijgen, daar ontkom ik niet aan. Maar Ruben is een heel ander ventje dan Jacco. Ik vind het heerlijk om nu als een gewone moeder bij het hek van school te wachten tot de school uit gaat. Wanneer Ruben mij ziet staan, rent hij enthousiast naar mij toe en zegt met een enorme glimlach op zijn gezicht: ‘ Mamma, zullen wij gaan wonen in Chimpie Champ! Dan kunnen wij elke dag van de glijbaan af!’