Schemerwereld (19-09-2015)
Wat begon als een ‘maandagochtendblues’, eindigde in het Wilhelmina kinderziekenhuis met een Jacco vol epileptische aanvallen en overal snoertjes, stekkertjes, toeters en bellen.
Jacco had al een onrustige nacht gehad vanwege een aantal epileptische aanvallen, maar toen Jaap hem om kwart over zeven wakker wilde maken trof hij Jacco weer aan in een epileptische aanval. Hij lag voor zich uit te staren in een rare houding. Verdrietig besloten wij om nu wel noodmedicatie te geven om zo hem uit de aanval te krijgen. Vaak is dit niet nodig, omdat hij er zelf uit komt. Ik zag meteen al mijn plannen voor die dag in duigen vallen, want natuurlijk pas ik mij aan aan hoe Jacco zich voelt.
Na de noodmedicatie viel hij gelukkig in slaap en langzaam maar zeker zette ik op een rijtje wat ik allemaal moest regelen. Als eerste maar de taxi afbellen, Jacco zou immers niet naar school gaan. Daarna de school bellen. Jaap moest naar een cursus en besloot maar gewoon te gaan. Onze PGB hulp hielp gelukkig met Ruben en Hanna. Ondertussen keek ik steeds op de videobeelden hoe het ging met Jacco. Hij bleef gelukkig rustig slapen.
Toen iedereen weg was besloot ik maar eens te gaan kijken hoe Jacco het maakte. Tot mijn schrik zag ik dat hij nog steeds in dezelfde vreemde houding lag en dat zijn ogen wijd open stonden. Vreemd. Toen ik aan zijn armen en benen voelde om te controleren of hij nog epileptische activiteit had, voelde ik heel veel schokjes. Foute boel. Snel kneep ik in zijn neus, nog een controleactie van mij. Na enige seconden reageerde hij hier gelukkig wel op. Vervolgens gaf ik hem een tik(je) in zijn gezicht. Ook hier reageerde hij heel eventjes op om daarna weer voor zich uit te staren. Vervolgens gooide ik een knuffel naar hem om te kijken of zijn reflexen het nog deden. Geen reactie. Dit is foute boel. Het was intussen kwart over negen en ik twijfelde of ik hem nog een keer noodmedicatie zou moeten geven, dit is namelijk nog nooit zo snel achter elkaar nodig geweest en hij wordt er altijd heel suf van. Ik noem hem dan altijd ‘Dopie-Jopie’.
Tijd om advies te vragen aan de neuroloog. Gelukkig werd ik na mijn verhaal meteen doorgeschakeld en bij het horen van zijn stem, namen mijn emoties heel even een loopje met mij. Snel herstelde ik mij en na mijn verhaal mocht ik Jacco nog een keer noodmedicatie geven.
De hele ochtend had ik regelmatig contact met onze neuroloog en na drie keer noodmedicatie gegeven te hebben bleef Jacco maar in een soort schemerwereld hangen. Zo nu en dan was hij alert om daarna weer terug te vallen. En toen kwam het moment dat ik moest beslissen of ik het nog heel even wilde aankijken of dat ik met Jacco naar het ziekenhuis zou gaan. Naar het ziekenhuis gaan zou betekenen dat hij naar het WKZ zou moeten, want daar kennen ze hem. Dat zou weer betekenen dat hij daar waarschijnlijk een paar dagen zou moeten blijven. En dat zou weer een hoop geregel met zich meebrengen voor Hanna en Ruben. Bovendien zou Jaap naar huis moeten komen van zijn cursus. Ik had hem natuurlijk al wel op de hoogte gesteld, dat het niet goed ging met Jacco.
Maar ook al was Jacco niet in levensgevaar, hij moest toch uit deze ‘ schemerwereld’ komen. Dus zette ik de ‘ziekenhuisprocedure’ maar in gang. Onze neuroloog belde met het WKZ, ik belde Jaap op en hij kwam meteen naar huis, snel pakte ik een weekendtas in voor Jacco met kleren voor een paar dagen, regelde dat Ruben met een vriendje mee naar huis mocht en belde een vriendin op of zij Hanna van de peuterspeelzaal wilde halen.
In het WKZ kreeg Jacco een spoed EEG (hersenfilmpje) waarop te zien was dat hij epileptische activiteiten had in allebei zijn hersenhelften. Dat verklaarde waarom hij bijna nergens op reageerde. Toen werd hij aan het infuus gelegd met een nog sterker anti-epilepsiemedicijn waardoor hij ook aan de bewaking moest. Gelukkig sloeg dit medicijn wel aan en had meneer al snel weer wat praatjes, wilde uit bed en eigenlijk gewoon naar huis. Tja, probeer dan maar eens uit te leggen dat dát echt niet kan!
Na twee dagen was Jacco gelukkig weer de oude en mocht hij naar huis. Toen Jaap vroeg wat we moesten doen wanneer zoiets weer zou gebeuren zei de neuroloog: ‘Je moet weer precies zo handelen zoals je gedaan hebt. Jullie hebben het goed gedaan!’
Kijk, dat is fijn om te horen!
Prietpraat:
Tante Isabella vertelde aan Ruben dat Jacco een paar nachtjes in het ziekenhuis zou moeten blijven.
Ruben antwoordde ondeugend: ‘O, dan gaat Jacco lekker keten!’