Groep 3 gaat los in het bos! (28-09-2015)
Het is donderdagmiddag. Ik vind een verkreukelde brief in de schooltas van Ruben. In de brief staat dat ze maandagochtend een boswandeling gaan maken. Ze vragen nog ouders als begeleiders. ‘Ruben, vind je het leuk als mamma mee gaat met de boswandeling van school?’ Ruben reageert meteen super enthousiast: ‘Ja, dan zet ik alvast mijn laarzen bij de deur, want we moeten van de juf laarzen aan doen!’ Hop, hij rent naar de gang, pakt zijn laarzen en zet ze pal voor de tuindeur. ‘Zo, dan kunnen wij die niet vergeten mamma! O ja, dan neem ik ook mijn boswachtersriem mee en mijn dierenplaatjes!’ Hop, hij rent naar boven om even later met boswachtersriem, vergrootglas, dierenpotjes en dierenkaartjes naar beneden te stormen.
Even later ligt er van alles al klaar voor de boswandeling van maandag. ‘Mamma, de juf heeft gezegd dat wij oude kleren aan moeten trekken, dus heb ik deze alvast klaargelegd op mijn bureau, dat scheelt weer!’ Zo’n heerlijk spontaan en vrolijk kind is die Ruben. Echt genieten!
Het hele weekend zijn wij allemaal meerdere keren gestruikeld over de boswachterslaarzen, riem en plastictas voor de blaadjes, maar uiteindelijk is het dan toch eindelijk maandagmorgen en moet alles natuurlijk mee naar school. Met veel pijn en moeite propt hij het in zijn schooltas.
Op school heerst er een opgetogen en vrolijke stemming van allemaal stuiterende kinderen die stuk voor stuk ontzettend veel zin hebben in de boswandeling. Ik krijg vier kinderen onder mijn hoede en een tasje met daarin informatie en tips, er zit een spiegeltje in zodat wij onder de paddenstoelen kunnen kijken, er zit een tekenpapiertje in met wasco zodat wij de structuur van een boomstam kunnen ‘overkleuren’ en nog veel meer.
In een enorme optocht lopen wij richting bos en ik geniet van het enthousiasme van deze kinderen. In het bos hebben wij meteen al een botsing met een naaktslak. ‘Kijk, moeder van Ruben, een naaktslak!’ We bukken tot onze neus bijna de naaktslak raakt en bekijken dit wonderbaarlijke slijmerige dier eens van top tot teen. Wanneer Ruben in zijn boekje van bosdieren dezelfde naaktslak vindt, barst het feest natuurlijk helemaal los. ‘Deze naaktslak kan je niet opeten. Hij is heel vies!’ hoor ik plotseling naast mij. Deze wijsheid wordt natuurlijk door iedereen meteen beaamd. Snel lopen wij verder. Dan zien wij een half opgegeten paddenstoel. Vol verbazing kijken wij ernaar: ‘Wie heeft dát nou weer gedaan?’ Na wat nadenkwerk zegt een jongetje heel serieus: ‘Vast een lieveheersbeestje.’ Even serieus antwoord ik: ‘Maar die heeft toch geen tanden? En kijk eens wat een enorme hap er van die paddenstoel af is?’ Ruben ziet dat de grond ook omgewoeld is en zegt: ‘Dat is een wild zwijn!’ dan rennen ze verder en roepen naar iedereen die het maar horen wil: ‘Wij hebben een wild zwijn gezien!’
Dan zien wij een boom met een gat erin: ‘Jongens, wij hebben een probleem. Hoe komt dit gat in die boom?’ Alle kinderen duiken meteen met hun neus in het gat. Opeens hoor ik vol afschuw: ‘O jakkes, er zitten wormen in het gat!’ Enkele stoere jongens zeggen: ‘Waar, laat eens kijken!’ Er wordt een loep gepakt om de wormen te bekijken. Hetzelfde meisje zegt weer heel wijs: ‘Dat zijn maden. Die moet je niet opeten, want dan eten zij je darmen op.’
Maar hoe komt nu dat gat in de boom? Dezelfde jongen van daarnet zegt: ‘Dat heeft een lieveheersbeestje gedaan. Een ander heeft de naaktslak nog vers in gedachten en beweert dat deze dat gat zou hebben gemaakt. Dan zegt Ruben opeens: ‘Ik weet het, het is een ekster!’ Uiteindelijk wordt het raadsel opgelost en rennen ze enthousiast het bos in met de mededeling dat ze een gat van specht hebben gezien!
Even later hoor ik heel zachtjes: ’Moeder van Ruben, ik moet plassen.’ Meteen schreeuwen de jongens: ‘Van de juf mogen wij in het bos plassen.’ Ik kijk het meisje aan en moet even slikken. Uh, hoe gaan wij dit aanpakken… Het meisje ziet echter geen probleem en wil meteen – hop – plassen. Dit mocht immers van de juf. Ik verwijs haar toch maar even naar een meer beschutter plekje achter een boom. Wanneer ze daar staat zegt ze al wiebelend: ‘Maar als ik zo ga plassen wordt mijn broek helemaal nat.’ Met ingehouden lach denk ik: ‘O jee, dit heb ik weer.’ Dan bedenk ik mij geen ogenblik en gebruik al mijn pedagogische en didactische vaardigheden om voor het eerst van mijn leven uit te leggen hoe je als vrouw in het bos moet plassen. Na mijn uitleg vraagt ze heel serieus: ‘Moet jij ook plassen?’ Waarop ik even serieus antwoord dat ik thuis al geplast heb.
Dan zie ik tot mijn opluchting dat zij laarzen aan heeft. Dat scheelt dan toch wel weer…
Even later vervolgen wij vrolijk én vooral opgelucht onze zoektocht naar al de schatten die de natuur ons op deze prachtige herfstdag heeft gegeven.
Wat is het toch heerlijk wanneer je in groep 3 zit!